Wat zijn de raskenmerken en eigenschappen?

De Rottweiler – Geschiedenis

De basis voor het ras is gelegd in de tijd dat Europa grotendeels bestuurd werd door de Romeinen. Volgens kynologen stamt de rottweiler af van de Molosser, een Griekse dog, genoemd naar een landstreek aan de Ionische Zee. De Romeinen zetten honden in op verschillende terreinen: als waakhond, veedrijver en vechthond. Op de lange tochten van de Romeinse legionairs die soms maanden of zelfs jaren duurden, werd vee meegenomen als proviand. Op hun marsen werden de legereenheden vergezeld van “dog-achtige” honden, ter opdrijving van het vee, maar ook als waakhond.

In het begin van de jaartelling leefden in heel Europa wolven en beren, maar ook de lynx kwam veelvuldig voor. Naast de inheemse roofdieren ontsnapten er soms uitheemse roofdieren die door de Romeinen bij de arenaspelen werden gebruikt, zoals leeuwen en panters. Het was dan ook van groot belang op reis over honden te beschikken die zowel het vee als de mens kon beschermen.

Sommige van deze honden bleven achter en werden door de plaatselijke bevolking ingezet als waakhond en veedrijver. Er zijn nog steeds rassen die te herleiden zijn tot de door de Romeinen gebruikte honden. Voorbeelden daarvan zijn de Appen Zeller Sennenhond, de grote Zwitserse Sennenhond en de Berner Sennenhond.

Er zijn overeenkomsten tussen de sennenhonden en de huidige rottweiler: zowel de krachtige bouw als de tekening verraden verwantschap.

Het rottweiler-ras is ontstaan bij het het Duitse stadje Rottweil, een voormalige Romeinse legerplaats dat door zijn gunstige ligging kon uitgroeien tot een belangrijke handelsplaats voor vee. Om op de grote veehandelsmarkten vee te kunnen verkopen moesten de handelaren soms dagenlange tochten maken. Dat was niet ongevaarlijk voor zowel het vee als de handelaar.

Het viel de veehandelaren op dat honden die rond Rottweil voorkwamen uitstekend geschikt waren als drijf- en beschermhonden. Zij werden ‘rottweilers’ genoemd. Het optrekken met mens en kudde verklaart waarom de Rottweiler een goede gezinshond is; het ras is er al eeuwenlang aan gewend zich aan de mens dienstbaar te maken.

In de negentiende-eeuw verdween de vee verplaatsing door middel van drijftochten. Het werd vervangen door transport via de spoorwegen en andere transportmiddelen. De rottweiler verloor daardoor zijn funtie als veedrijver.

In Duitsland bleef de hond vooral in gebruik als trekdier van slagers hetgeen hem de bijnaam ‘Metzgerhund’ (slagershond) bezorgde. Behalve voor de hondenkar bleef het dier dienst doen als waak- en beschermhond. Vanaf 1910 werd de soort ook in gebruik genomen als politiehond, later zou dit weer grotendeels komen te vervallen omdat men aan andere rassen de voorkeur gaf.

Uiterlijk

De Rottweiler is een middelgrote, krachtige hond met een korte, zwarte vacht. Rond de wangen, de muil, wenkbrauwen, borst en benen heeft de hond roodbruine (tan) aftekeningen.

De rottweiler heeft een typerende kop. Een korte, stevige hals vormt de basis voor een brede kop met sterke kaken, uitlopend in een vrij lange en geprononceerde snuit met een sterke neusrug en zwarte aansluitende lippen. De kenmerkende vorm van de kop wordt verder versterkt door de afhangende oren die hun aanzet hoog op de schedel hebben. Rottweilers hebben vaak een wat vragende blik in hun donkerbruine ogen, die door de lichtere kleur van de omringende vacht nog extra wordt geaccentueerd.

Het stevige lijf van een rottweiler toont een forse borstkas en relatief korte lendenen aan de flanken, met geprononceerde gewelfde ribben. De rug is recht, zonder uitstekende schouderbladen of welvingen. De rug loopt uit in een lange staart , met haren die iets langer zijn dan op de rest van het lijf. Rottweilers hebben op hun hele lijf een korte, gladde en dichte vacht.

Een reu bereikt een schofthoogte van 61 tot 69 cm. Het gewicht van een reu ligt tussen de 50 en 60 kilogram. Bij een teef ligt het gemiddelde wat lager. Een teef bereikt een schofthoogte van 56 tot 63 cm. Het gewicht van een teef ligt tussen de 38 en 48 kilogram.

Een rottweiler wordt gemiddeld tussen de 8 en 10 jaar oud.

Het is lange tijd gebruikelijk geweest om de staarten van rottweilers te couperen, maar dit is sinds 2001 in Nederland bij wet verboden. Ook de oren werden vaak gecoupeerd, dit mag in Nederland al niet meer sinds 1996. Er werden verschillende redenen voor aangedragen.

De Romeinen deden het al, omdat ze dachten dat het rabiës (hondsdolheid) kon voorkomen. In Engeland hoefden eigenaren vroeger geen belasting te betalen voor werkhonden, die gewoonlijk werden gecoupeerd, dus dat scheelde geld. Er werd ook beweerd dat het afknippen van de staart de rug zou versterken. Voor een taak als waak- of vechthond waren alle uitstekende delen een risico, dus ook daarvoor werd vaak gecoupeerd. Ook werd er soms gecoupeerd om de simpele reden dat ze zo geen servies van de tafel konden zwiepen. In sommige landen mag er nog wel gecoupeerd worden.

Temperament en karakter

Stabiel, toegewijd, zelfverzekerd, goedaardig, alert, onbevreesd, dapper, gehoorzaam en rustig omschrijven gedrag en karakter van de rottweiler het best.

Rottweilers kunnen vrij zelfstandig zijn, hierdoor kunnen ze vaak beter en makkelijker een tijdje alleen thuis zijn dan andere rassen.

Gebruiksdoel

De rottweiler wordt als waak-, speur-, sport-, reddings- en familiehond gebruikt. De rottweiler is intelligent en daardoor op vrijwel ieder gebied inzetbaar, hoewel meer geschikt voor het één dan voor het ander. In sommige landen wordt de rottweiler nog ingezet als politiehond, in Zuid-Afrika bijvoorbeeld. Met een consequente opvoeding en een goede socialisatie is de rottweiler een kalme en tot in ouderdom een speelse en actieve familiehond. Het is echter niet vanzelfsprekend dat een rottweiler goed met kinderen kan omgaan. Het is ook geen hond voor mensen die niet consequent kunnen opvoeden.

Omgang

Rottweilers zijn echte werkhonden en die in dienst staan van het gezin en de behoefte hebben daar deel van uit te maken. Het intensief samen met de mens optrekken en dienstbaar zijn aan de baas is te herleiden tot de afkomst van het ras. Het dier is tot het uiterste loyaal aan de baas, wil alles weten, overal bij zijn en aan meedoen.

IMG_1271a

Een rottweiler wil altijd iets te doen hebben. Naast consequente bejegening zijn beweging en intellectuele uitdaging voor het dier van groot belang. Als het dier onvoldoende uitdaging krijgt zal hij die zelf zoeken, vaak in een vorm waarbij zich gedrags- en/of agressie problemen ontwikkelen. Spel waarbij de rottweiler zijn intelligentie moet aanspreken is zo mogelijk nog belangrijker dan fysieke inspanning. De dieren zijn trager met leren dan bijvoorbeeld een terriër, maar als zij eenmaal getraind zijn zullen zij een taak nooit meer vergeten en tot in perfectie blijven uitvoeren.

Verzorging

Als het om de verzorging gaat is de rottweiler een relatief makkelijk ras. De belangrijkste aandachtsgebieden in de verzorging zijn de vacht, het gebit en het eetpatroon. De vacht van de rottweiler hoeft niet vaak geborsteld te worden, maar 1 keer per week is wel het minimum net als wat bij andere rassen gebruikelijk is. Een uitzondering op het 1 keer per week borstelen is in de periodes van rui. De rottweiler gaat 2x per jaar in de rui, het is dan verstandig om hem dagelijks even te borstelen. Ze verharen dan in hoog tempo en kunnen daar dan best even hulp bij gebruiken om snel te wisselen van winter- naar zomervacht en andersom.

De verzorging van de tanden van je rottweiler is een belangrijk aandachtspunt. Irritaties en ontstekingen van tanden en tandvlees kunnen je hond veel ellende bezorgen en het eetpatroon negatief beïnvloeden. Bovendien kunnen deze ontstekingen overslaan naar andere delen van het lichaam.

Let op dat je rottweiler niet te zwaar wordt. Dit doe je door de voeding verantwoord te doseren en te zorgen voor voldoende beweging. Overgewicht is slecht voor de gewrichten van je hond, maar het tast net als bij mensen, ook de algehele conditie en gezondheid aan. Een extra punt van aandacht is het moment van eten geven. Geef je hond minstens een uur rust na het eten, voordat jullie bijvoorbeeld gaan wandelen of sporten. Doe je dit niet, dan loopt je hond een grotere kans op een maagtorsie ofwel -kanteling. Dit is erg pijnlijk en heeft vaak als je niet op tijd bent een dodelijke afloop.

De oren en ogen kunnen ontsteken door ophopend vuil. Controleer ze regelmatig en dep vuil weg met een beetje lauw gekookt water. Controleer ten slotte ook regelmatig of de nagels niet te lang worden. Wandel je veel over straat, dan zal je minder vaak of nooit moeten knippen dan wanneer je voornamelijk over onverharde ondergronden loopt. Durf je zelf niet te knippen? Ga dan naar een specialist, dit kan een hondentrimmer of dierenarts zijn.